Steeds meer koppels kiezen ervoor om niet te trouwen, maar wel samen een woning te kopen. Hoewel dit een spannende stap in jullie relatie kan zijn, brengt het ook specifieke uitdagingen met zich mee, vooral op juridisch en financieel gebied. Het is belangrijk om goed voorbereid te zijn en de juiste maatregelen te treffen voor het geval er iets onvoorziens gebeurt, zoals een overlijden of het stuklopen van de relatie. Hierbij een praktische gids om deze situatie het beste te regelen.
Waarom goed regelen?
Als samenwonende partners zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap hebben jullie niet automatisch dezelfde rechten en plichten als gehuwden. Dit kan complicaties veroorzaken bij een overlijden of bij een relatiebreuk. Eigendomsrechten, erfrechten en de verdeling van de woning kunnen dan tot ingewikkelde en pijnlijke situaties leiden. Door vooraf goede afspraken te maken, kunnen veel problemen worden voorkomen.
Bij overlijden
Als een van de partners overlijdt, is de vraag of men gehuwd is van groot belang. Dit heeft namelijk invloed op de erfrechten.
Gehuwde koppels hebben de mogelijkheid om een huwelijkscontract te laten opstellen, wat voorrang heeft op het wettelijk erfrecht. In dit contract kan worden vastgelegd dat bij het overlijden van een van beide partners, de gezinswoning automatisch eigendom wordt van de langstlevende echtgenoot. Bovendien profiteren gehuwden van een fiscaal voordeel, aangezien zij geen erfbelasting hoeven te betalen wanneer de gezinswoning wordt geërfd door de langstlevende echtgenoot.
Ongehuwde koppels hebben niet de mogelijkheid om een huwelijkscontract af te sluiten, maar er zijn alternatieve opties:
• Wettelijk samenwonenden hebben een beperkt wettelijk erfrecht. Dit houdt in dat de langstlevende partner automatisch het vruchtgebruik van de gezinswoning en inboedel verkrijgt. Echter, de naakte eigendom behoort wel nog steeds toe aan de wettelijke erfgenamen van de overleden partner.
Als je de volledige eigendom aan de langstlevende echtgenoot wilt toewijzen, kunnen jullie allebei een testament laten opstellen. Het fiscale voordeel geldt ook voor wettelijk samenwonenden, waardoor zij geen erfbelasting hoeven te betalen.
Belangrijk om te weten: Hoewel een huwelijkscontract voorrang heeft op het erfrecht, kunnen beschermde erfgenamen niet worden omzeilt met een testament. Kinderen ontvangen bijvoorbeeld altijd een welbepaald aandeel van het vermogen, omdat ze niet volledig onterfd kunnen worden.
• Feitelijk samenwonenden hebben zonder testament geen wettelijke erfrechten. In dit geval wijst het erfrecht het huis van de overleden partner toe aan diens familie, beginnend met de kinderen, gevolgd door de ouders, broers of zussen. Daarom is het van essentieel belang om een testament op te stellen waarin de wensen van beide partners duidelijk worden vastgelegd.
Belangrijk om te weten: Het fiscale voordeel voor feitelijk samenwonenden treedt pas in werking na een periode van 3 jaar.
Voor optimale juridische en fiscale bescherming wordt aanbevolen om een beding van aanwas op te nemen in de aankoopakte. Het deel van de partner wast automatisch aan bij het deel van de langstevende partner, ookal zijn er kinderen. Er gelden echter enkele voorwaarden: beide partners moeten elk de helft van het huis bezitten én een vergelijkbare levensverwachting hebben. Bovendien is er ook sprak van een fiscaal nadeel, aangezien 12 procent registratierechten moet worden betaald op de helft van de waarde van de woning waarop al eerder registratierechten zijn betaald.
Als u nog niet gehuwd bent, kunt u een beding van anticipatieve inbreng laten opnemen in de aankoopakte. Wanneer u later trouwt, wordt de woning automatisch toegevoegd aan het gemeenschappelijk vermogen. Dit beding kan de kosten van een later huwelijkscontract met ongeveer 400 euro verminderen.
Bij het stuklopen van de relatie
Als de relatie stukloopt, is het belangrijk om te kijken naar de financiële inbreng van beide partners in de woning. Niet elke inbreng is gelijk, en dit kan voor complicaties zorgen bij het verdelen van de woning indien dit niet duidelijk is vastgelegd.
Indien beide partners evenveel bijdragen aan de aankoop, verloopt de afhandeling na een breuk doorgaans soepeler. Volgende opties zijn mogelijk:
• Eén van de partners koopt de andere partner uit.
Het is van belangrijk om te benadrukken dat bij een uitkoop rekening moet worden gehouden met de verdeel- of verdelingsrechten, ook wel bekend als de 'miserietaks'. Deze belasting wordt geheven op de volledige waarde van de woning.
In Vlaanderen geldt voor gehuwden de verlaagde miserietaks van 1 procent. Dezelfde regeling geldt voor wettelijk samenwonenden, mits zij minstens één jaar op hetzelfde adres hebben gewoond. Helaas betalen feitelijk samenwonenden de volle pot, namelijk 2,5 procent.
• De woning wordt verkocht.
De opbrengst uit de verkoop biedt de mogelijkheid om de lening van de woning af te lossen, waardoor beide partners een nieuwe start kunnen maken zonder financiële lasten uit het verleden.
Maar vaak verschilt de financiële inbreng, bijvoorbeeld omdat de ene partner al meer gespaard heeft dan de andere partner of omdat (groot)ouders een deel van de aankoop van de woning sponsoren.
• Een optie is om de woning aan te kopen in verschillende verhoudingen.
De ene partner koopt de woning aan voor bijvoorbeeld 70 procent en de andere partner voor 30 procent. Het is belangrijk te beseffen dat deze verhouding blijft gelden. Wanneer er bijvoorbeeld een nieuwe keuken wordt gekocht, zal deze voor 70 procent eigendom zijn van de ene partner en voor 30 procent van de andere. Dit betekent ook dat de ene partner meer zal moeten bijdragen aan de aankoop van de keuken. Ook de onroerende voorheffing en de brandverzekering gebeurt dan volgens deze eigendomsverhouding.
Deze manier van aankoop wordt voornamelijk wanneer er aanzienlijke verschillen zijn in de financiële bijdragen van beide partners.
• Een alternatieve optie is om de woning wel in gelijke verhoudingen aan te kopen, maar gebruik te maken van een onderhandse lening.
Hierbij kopen beide partners het huis in gelijke mate, maar leent de ene partner de helft van de extra inbreng van de andere partner. Deze lening wordt vastgelegd in een onderhandse overeenkomst die aan de akte wordt toegevoegd.
Dit document kan gemakkelijk worden aangepast, bijvoorbeeld als de partner met de kleinste inbreng een schenking ontvangt waarmee (een deel van) het bedrag kan worden afbetaald. In een dergelijk geval kan de onderhandse overeenkomst eenvoudig en kosteloos worden gewijzigd. Bovendien kunnen hierin bepaalde afspraken worden vastgelegd tussen beide partners over de wijze van terugbetaling, een jaarlijkse indexering van het verschuldigde bedrag of rentebetalingen.
Bron: De Tijd